Nu al een ontdekking van wereldformaat bij ME/CFS Lines?

Gisteren maakte ZonMw bekend welke van de drie consortia en 22 research-subsidieaanvragen gehonoreerd zijn met welke bedragen. Ook verschenen er op de site van ZonMw samenvattingen van de projecten waaraan subsidie is toegekend.

Zoals een van de samenvattingen aangeeft, is het doel van ME/CFS Lines het opbouwen van een longitudinaal ME/CVS-patiëntencohort en biobank, gebaseerd op het bestaande populatiecohort Lifelines, waarin sinds 2014 ME/CVS diagnostische criteria zijn nagegaan en vastgelegd.

Lifelines bevat de gegevens van 167.000 mensen. Volgens de website van Lifelines zijn die gegevens representatief voor de gehele bevolking: (…): These findings indicate that the risk of selection bias is low and that risk estimates in Lifelines can be generalized to the general population.

In 2018 bevatte Lifelines data en biomaterialen van 2.500 deelnemers met ME/CVS; sindsdien hebben nog eens 400 deelnemers ME/CVS ontwikkeld. Dat roept wel wat vragen op.

Prevalentie


1. Volgens het rapport van de Gezondheidsraad uit 2005 wordt het aantal mensen met ME/CVS in Nederland geschat op 30.000 tot 40.000. De commissie van de Gezondheidsraad in 2018, waar prof.dr. Rosmalen, de projectleider van ME/CFS-Lines, deel van uitmaakte, zag geen aanleiding om tot een andere schatting te komen[1] en gaat uit van 180 tot 250 ME/CVS patiënten per 100.000 inwoners. Dat zou betekenen dat er nu 32.500 tot 44.500 ME/CVS patiënten in Nederland zijn.

Een systematische review door Lim en anderen in 2020 kwam tot een prevalentie (hoe vaak komt het voor?) van 0,89% als de CDC 94 criteria gehanteerd worden. Dat is inclusief degenen die jonger zijn dan 18 jaar. De CDC criteria zijn heel breed. De CDC heeft zelf deze criteria afgedankt en vervangen door de IOM criteria (2015) die strenger zijn. Omgerekend naar de gehele Nederlandse bevolking[2] zou dat uitkomen op 158.420 patiënten, ongeveer vier maal zoveel als de schatting van de Gezondheidsraad

Als we kijken naar de mensen (volwassenen) die in Lifelines zijn aangeduid als ME/CVS patiënt, dan valt op dat in 2018 het aantal volwassen mensen met ME/CVS 2.500 bedroeg en in de volgende bijna 4 jaren zijn er nog eens 400 bijgekomen. Dat zijn dus in totaal 2.900 mensen met ME/CVS op een populatie van 167.000. Dat zou betekenen dat de prevalentie 1,74% bedraagt.

Voor heel Nederland zou dat omgerekend betekenen dat er 254.040 volwassenen ME/CVS hebben. Dat is bijna tweemaal zoveel als Lim en zijn collega’s hadden berekend inclusief kinderen en adolescenten, en zes tot acht keer zoveel als De Gezondheidsraad.

Dat is raar.

En dan is er nog een probleem

2. Lifelines claimt dat gegevens uit Lifelines gegeneraliseerd kunnen worden voor de algehele bevolking:

Our results suggest that, adjusted for differences in demographic composition, the Life Lines adult study population is broadly representative for the adult population of the north of the Netherlands. The recruitment strategy had a minor effect on the level of representativeness. These findings indicate that the risk of selection bias is low and that risk estimates in Lifelines can be generalized to the general population.

Maar deze bewering klopt niet voor ME/CVS patiënten. Immers, de ernstige en zeer ernstige ME/CVS patiënten zijn huis- of bedgebonden en komen nauwelijks bij de dokter of in een ziekenhuis. Die gegevens ontbreken in Lifelines en dus ook in ME/CFS Lines.

In het algemeen is de schatting dat ongeveer 25% van de patiënten met ME/CVS in deze zware categorie valt. Dat zou betekenen dat de aantallen van professor Rosmalen slechts 75% van de volwassen patiënten omvatten. Als we de aantallen van professor Rosmalen daarvoor corrigeren zouden er 1,33 x 254.040 = 338.000 volwassen patiënten met ME/CVS in Nederland zijn. Dat is ongeveer 8 tot 10 maal de schatting van de Gezondheidsraad, terwijl de Gezondheidsraadcommissie waar zij lid van was in 2018 geen aanleiding zag om de schatting uit 2005 aan te passen.

Wat kan hier aan de hand zijn?

a. Het klopt als een bus. We hebben tien keer meer patiënten met ME/CVS dan er werd gedacht.

Dan hebben we te maken met een ontdekking van wereldformaat, nog voordat de onderzoeken daadwerkelijk van start gaan. Hoe kan het zijn dat we dit nog niet wisten en waarom heeft professor Rosmalen dit nog niet gepubliceerd?

Er zijn ook nog andere opties die wellicht gecombineerd moeten worden:

b. Lifelines is in zijn geheel helemaal niet zo representatief als men beweert. Is er ook bij andere diagnoses sprake van een dergelijke misrepresentatie?

c. In ieder geval kan vastgesteld worden dat Lifelines niet representatief is als het om ME/CVS gaat, want de groep ernstig tot zeer ernstig zieke patiënten ontbreekt, evenals de kinderen en adolescenten. Als de patiëntenpopulatie niet representatief is, tast dat de betrouwbaarheid van de bevindingen aan.

d. De methode om patiënten met ME/CVS te selecteren is niet in orde en leidt tot een veel te grote selectie. Welke criteria zijn toegepast?

De vraag is ook of een arts de diagnose heeft gesteld of dat het alleen een aanname is op basis van gegevens uit Lifelines? Het is een bekend gegeven dat selectie op basis van zelfrapportage tot een veel grotere patiëntengroep leidt dan wanneer de diagnose door een arts wordt gesteld. Dat is ook vastgelegd in het advies van de Gezondheidsraad[3]. Professor Rosmalen was lid van de ME/CVS adviescommissie van de Gezondheidsraad en moet dus met de inhoud daarvan bekend zijn.

Een onzorgvuldige selectie van ME/CVS-patiënten leidt tot vertekening van de uitkomsten van onderzoek. Dat is onder andere door de Amerikaanse CDC vastgesteld en door de eveneens Amerikaanse Agency for Health and Care Research Quality.

Dit is een zeer groot probleem!

Fantastisch klinkende onderzoeken, maar niet op ME-patiënten. Met een subsidie van…?

Er kunnen fantastisch klinkende onderzoeken worden gedaan, maar als de patiëntengroep te breed is, worden belangrijke gemeenschappelijke kenmerken niet gevonden omdat de patiënten te veel van elkaar verschillen. Dan komen we in de situatie terecht dat er somatisch onvoldoende verklaring  (SOLK/ALK) wordt gevonden voor de lichamelijke klachten.

Het ontbreken van voldoende verklaring is dan een rechtstreeks gevolg van de veel te brede (heterogene) onderzoekspopulatie, terwijl er wel degelijk een somatische verklaring is.

Daarom is in de tekst van het biomedisch onderzoeksprogramma ME/CVS als eis opgenomen:

“Bij het opbouwen van de biobank en de patiëntenregistratie zal veel aandacht uit moeten gaan naar de kwaliteit van de selectie van patiënten. Deze kwaliteit moet worden gewaarborgd door het volgen van een vastgelegd diagnostisch protocol en een beoordeling die wordt uitgevoerd door deskundige en ervaren clinici.”

Het consortium ME/CFS-Lines lijkt bij lange na niet aan te sluiten bij de eisen die ZonMw stelt.

* Hoe is het mogelijk is dat een subsidie van 4,4 miljoen aan ME/CFS-Lines en aan de deelonderzoeken ervan is toegekend?

* Hoe kon de aanvraag van dit consortium en de deelonderzoeken de preselectie van ZonMw passeren?

* Wat was het advies van de vier patiëntvertegenwoordigers in de klankbordgroep? Zij hadden immers zwaarwegend adviesrecht (nadat hun het stemrecht ontnomen was)

* Wat heeft de programmacommissie met dat advies gedaan?

Kan ZonMw uitleggen hoe dit debacle heeft kunnen plaatsvinden?

Uiteraard is dit niet het laatste woord wat hierover door ons wordt gezegd. Morgenochtend om 8 uur hopen wij al genomen vervolgstappen te publiceren, en ook wat jullie zelf zouden kunnen doen.


Team ME Centraal
zie ook de korte samenvatting op fb


[1] De Gezondheidsraad gaf in 2005 een overzicht van de destijds al ruime variëteit aan beschikbare prevalentiecijfers en sprak op basis daarvan het vermoeden uit dat er toen in Nederland tussen de 30.000 en 40.000 patiënten waren met ME/CVS, waarvan het merendeel (75 à 80%) vrouw. De commissie ziet op grond van het sindsdien verschenen onderzoek geen reden om deze schatting (die neerkomt op zo’n 180 à 250 patiënten per 100.000 inwoners) bij te stellen en benadrukt dat het om een vermoeden gaat.

[2] Het aantal inwoners van Nederland bedraagt eind 2022  17,8 miljoen. Ongeveer 3,2 miljoen inwoners zijn jonger dan 18 jaar Bron CBS: Bevolkingsteller (cbs.nl)

[3] Afhankelijk van de gebruikte definitie en methode kan de gevonden prevalentie aanzienlijk verschillen. Prevalenties gemeten op basis van zelfrapportage, bijvoorbeeld, vallen doorgaans duidelijk hoger uit dan prevalenties gebaseerd op diagnoses gesteld door een arts.

zie ook de post op fb
afbeelding: Unsplash

Een gedachte over “Nu al een ontdekking van wereldformaat bij ME/CFS Lines?

  1. Had ik ook niet in de krant gelezen dat “lifelines” op zijn gat lag? Aangezien men niet goed nagedacht had over de privacy problemen met betrekking tot de gegevens?

    Lifelines is betaald met “gasgeld”. Al het gasgeld heeft een specifieke bestemming gehad, maar kwam nauwelijks ten goede aan “Groningen”. Dit project wordt door Groningers uitgevoerd en komt ten goede aan ons allen in Nederland. Maar is gepresenteerd als een project “voor Groningen”.

    Dat “lifelines” nu nieuw leven wordt ingeblazen over de hoofden van “chronisch zieken na virusinfecties” geeft een vieze nasmaak. De ereschuld aan Groningen en de ereschuld die ingelost zou moeten worden aan ME-patiënten wordt op deze manier op geen enkele wijze ingelost.

    Begin deze eeuw is 5.6 miljoen door minister Borst met behulp van de ME stichting in de sloot gegooid. Deze 4,4 miljoen aan “lifelines” lijken weer in diezelfde sloot terecht te komen en weer met behulp van de ME stichting. De niet zo succesvolle historie van “lifelines” wijst ook al in die richting.

    Like

Plaats een reactie