Hypothese over doorbloedingsschade

Een hypothese over doorbloedingsschade geeft nieuwe behandelmogelijkheden bij ME, FM en long COVID

Schade door verminderde doorbloeding, zuurstoftekort, verminderde zuurstoftoevoer of oxidatieve stress – hoe je het ook noemt, het treedt op als een toestand van te weinig zuurstof in weefsels gevolgd wordt door hervatting van de normale zuurstoftoevoer. Vreemd genoeg ontstaat de meeste schade dus bij het weer toenemen van zuurstof: veel ontsteking en oxidatieve stress door vrije radicalen.

In een review van 56 pagina’s “The potential role of ischaemia–reperfusion injury in chronic, relapsing diseases such as rheumatoid arthritis, Long COVID, and ME/CFS: evidence, mechanisms, and therapeutic implications“ veronderstellen Pretorius en Kell dat ontstekingen een chronische toestand van verminderde doorbloeding veroorzaken bij ziektes als reumatische artritis, ME en long COVID. Eigenlijk suggereren ze ‘dat infectie de oorzaak is van alle chronische ontstekingsziektes’.

Die ziektes hebben opvallende eigenschappen volgens hen: ze veroorzaken een brede variatie aan symptomen, crashes (periodes van verergerde symptomen) komen vaak voor, ze gaan allemaal gepaard met uitputting en allemaal komen ze vaker voor bij vrouwen.

De mogelijkheid dat bloedstolsels, vreemd vervormde rode bloedcellen en mogelijk andere factoren de bloedtoevoer naar de weefsels verhinderen en daarbij af en aan een verminderde doorbloeding veroorzaken, lijkt logisch. Dit dook al op in de Wirth and Scheibenbogen’s hypothesis, en er is verondersteld dat het ook de oorzaak is van spierpijn en uitputting bij fibromyalgie (FM).

Zo werd bij een onderzoek in 2006, muscle ischemia-induced pain, ontdekt dat een verminderde bloedstroom een hoofdrol speelt bij de activiteitenbeperking van FM-patiënten. Elvin dacht dat de door hem gevonden verminderde doorbloeding na inspanning kon worden verklaard door deconditionering en problemen met het sympathisch zenuwstelsel. Bij een onderzoek in 2015 werd ontdekt dat een geforceerde ademhalingstest ischemia-hyperpnea doeltreffend FM-patiënten diagnosticeerde.

De Lights veronderstelden dat slagadervernauwing verantwoordelijk was voor een verminderde bloedstroom naar vele delen van het lichaam decreasing blood flows to multiple parts en de toename van stofwisselingsproducten en ontstekingsfactoren bij ME en FM. Zij geloofden dat de enorme toename van spierschade gevoelige receptoren veroorzaakt kon worden door de noodzaak om voortdurend op tekenen van spierschade door verminderde doorbloeding te moeten letten.

IJzer-microbiële verbinding

Pretorius en Kell beweren dat het niet ongewoon is voor intracellulaire ziekteverwekkers als Mycobacterium tuberculosis, Helicobacter pylori, en herpes- en enterovirussen om zich slapend te houden tot ze gereactiveerd worden door hoge niveaus van vrij ijzer. IJzer wordt gewoonlijk krachtig afgescheiden in de cel, wat het niveau van vrij ijzer laag laat. Maar bij celdood komt vrij ijzer vrij – wat ervoor kan zorgen dat een ziekteverwekker groeit – en ook de nare eigenschap heeft van het triggeren van de meest krachtige vrije radicaal van allemaal – de hydroxyl (OH) radicaal.

Ongewone microstolsels zijn de sleutel

Er is wel een probleem. Virale of bacteriële reactivering gebeurt meestal in behoorlijk kleine hoeveelheden en veroorzaakt weinig virale of bacteriële producten. Hoe zou dit dan een chronische en zelfs invaliderende ziekte kunnen veroorzaken?

Maar dan komen de microstolsels in beeld. Pretorius en Kell geloven dat er bij long COVID en ME een abnormaal stollingsproces plaats heeft gevonden. Het fibrine amyloïde dat bij deze ziektes wordt geproduceerd veroorzaakt drie problemen:

  1. de productie van autoantilichamen die uiteindelijk het lichaam aanvallen
  2. het ongebruikelijk lang in stand blijven van stolsels omdat ze heel moeilijk af te breken zijn
  3. verstopping van haarvaten – vooral als de vreemd gevormde en moeilijk afbreekbare stolsels daarin vast komen te zitten. Dat kan leiden tot verminderde zuurstofopname en zuurstoftekort wat tot chronische schade door verminderde doorbloeding kan leiden, maar ook tot een verminderde energieproductie in de mitochondriën, de energiefabriekjes in cellen (de gebruikelijke pulse-oximeters of saturatiemeters pikken dit niet op)

De haarvaten zijn erg klein. De meeste zijn niet meer dan 5 à 10 duizendste mm in doorsnee. Rode bloedcellen kunnen er een voor een ruim door. Maar de fibrine amyloïde microstolsels die het team van Pretorius ontdekte bij ME en long COVID (een blog daarover volgt nog op Healthrising) zijn 5 tot 200 duizendste mm in doorsnede – ruim voldoende groot om de haarvaten te blokkeren. Bovendien zijn ze veel minder vervormbaar, waardoor ze minder makkelijk bewegen door de haarvaten (maar ook ander celafval, zoals bijvoorbeeld exosomen, kan de haarvaten bij ME en long COVID blokkeren).

Het team verwees naar een ontdekking van Les Simpson in 1989 over veranderde vormen van rode bloedcellen, en vervolgens naar de ontdekking dertig jaar later van de San José State University van hetzelfde: red blood cell deformability. Je vraagt je af of een belangrijke oorzaak van ME al die tijd al zichtbaar was (de vertaalster van dit artikel vraagt zich dat helemaal NIET af, want bij een internationaal onderzoek rond 1993 onder ME-patiënten in Noord-Brabant werd haar bloed bekeken en gefotografeerd onder een elektronenmicroscoop en de vervormde rode bloedcellen waren duidelijk te zien! Hiermee werd uiteindelijk natuurlijk weer niks gedaan….). Ook Ron Davis en het OMF onderzoeken de vervormbaarheid van de rode bloedcellen bij ME verder.

Er is meer bewijs voor stollingsproblemen bij FM. Bij een onderzoek in 2019 werd bewijs gevonden voor een toestand voorafgaand aan trombose/stollingen prothrombotic or coagulatory state, en ook twee plasma proteomic onderzoeken wezen op stolling en ontsteking coagulation and inflammation.   

Bewijs voor schade door verminderde doorbloeding

De meeste schade wordt veroorzaakt door de OH-radicaal. Maar die is zo onstabiel dat hij niet lang genoeg ‘leeft’ om gemeten te kunnen worden. Maar de bijproducten ervan (malondialdehyde TBARS, nitrotyrosine, 8- isoprostane) zijn wel meetbaar en zijn ook verhoogd bevonden bij ME, en verschillende ook bij FM.

Hyperactiviteit van bloedplaatjes  

Doorbloedingsschade kan leiden tot hyperactiviteit van bloedplaatjes. De bloedplaatjes gaan samenklonteren en veroorzaken een abnormaal stolsel en schade aan de bekleding van de bloedvaten. Dat is bij long COVID gevonden.

De auteurs veronderstellen dat onbehandelde hyperactiviteit van bloedplaatjes en microstolsels tot vijf scenario’s kan leiden die blijkbaar kunnen overlappen:

  • Genezing – patiënten worden spontaan beter, het fibrinolytisch systeem zorgt weer voor een normale stolling en celdood.
  • Hyperstollingstoestand die leidt tot meer bloedplaatjesactiviteit en bloedvatschade – patiënten genezen niet spontaan, maar ontwikkelen een blijvende hyperstollingstoestand, getriggerd door voortdurende hyperactieve bloedplaatjes en ontstoken vaatbekleding, wat kan leiden tot wijdverspreide bloedvatbeschadiging.
  • Microstolsels triggeren immuundisfunctie en/of auto-immuniteit – microstolsels ‘vangen’ ontstekingsmoleculen en vervormen ze, wat de productie van autoantilichamen veroorzaakt die ten onrechte ook het eigen lichaam aanvallen. 
  • Een toename van vrij ijzer veroorzaakt een opleving van virale en/of bacteriële infecties – sommigen die mogelijk eerder een Epstein Barr, Herpes simplex of Lyme-infectie hadden, ervaren een opleving van de oorspronkelijke symptomen, veroorzaakt door een nieuwe infectie of zelfs een vaccinatie.
  • Spike of door COVID veroorzaakte ME – bij sommigen leiden de blijvende microstolsels en wijdverspreide vaatbekledingsproblemen mogelijk uiteindelijk tot COVID en tot door ‘Spike’/COVID veroorzaakte ME.

Mogelijke behandelingen 

De auteurs beginnen hier met de opmerking dat, zoals bij alle complexe ziektes, er mogelijk velerlei behandelingen nodig zullen zijn bij ME en long COVID. Veel behandelingen die nieuw zijn voor ME en FM worden bij long Covid toegepast, en een toekomstig blog gaat daar op in, maar Cort denkt dat het idee dat velerlei behandelingen nodig zullen zijn om deze ziektes te verslaan juist is. Het in kaart brengen van behandelprotocollen is hard nodig.

‘Ouderwetse’ behandelingen (dat wil zeggen behandelingen die al algemeen in gebruik zijn bij ME)

Lage dosis naltrexon (LDN), N-acetyl cysteïne (NAC), kurkuma, flavenoïden, melatonine – dit zijn allemaal bekende supplementen met ontstekingsremmende en antioxidante eigenschappen. Niacine (B3) werd ook genoemd. Ook groene thee (epigallocatechine-3-gallaat). Een waarschuwing: gebruik alleen vitamine C als je weet dat je geen vrij of slecht gebonden ijzer in je lijf hebt.

Magnesium – dit is natuurlijk wel bekend, maar de auteurs geven er een nieuwe draai aan door te stellen dat magnesium experimenteel een van de eerste substanties was waarvan ze ontdekten dat het microstolsels van fibrine amyloïde onderdrukt. Mensen met weinig magnesiumionen bleken gevoeliger voor COVID-19, en supplementen met magnesium zijn aangetoond goed bij SARS-CoV-2, ME en voor het behoud van de vaatbekleding.

Nieuwe behandelingen

Antistollingsmiddelen en bloedplaatjesafremmers – de auteurs noemen heparine (niet-gefractioneerd, UHF) en vooral heparine met een lage moleculaire massa (LMWH), maar er zijn ook nog andere mogelijkheden. Dr. Holtorf vermeldde al jaren succesvol heparine gebruikt te hebben bij een paar ME-patiënten, maar de meeste ME-experts hebben dat niet. Nu een recent artikel van het team van Dr. Pretorius de aanwezigheid van microstolsels bij ME aantoont (waarover binnenkort een blog van Cort), krijgen antistollingsbehandelingen steeds meer aandacht.

Trombolytica (stolsels kapotmakende supplementen) – nattokinase, serrapeptase en lumbrokinase – de auteurs merken op dat de fibrine amyloïde microstolsels een samenstelling hebben (een stollingsstoornis, antiplasmine) die het bemoeilijkt om ze tijdens de normale processen af te breken.

  • Nattoinase – Nattokinase staat bovenaan de lijst van fibrine en amyloïde afbrekende samenstellingen. Het zit van nature in natto, Japanse gefermenteerde sojabonen en heeft mogelijk antivirale, antibloedplaatjes, anti-ontstekings- en antihoge bloeddruk eigenschappen. Maar het is een supplement dat nog niet goed is onderzocht.
  • Serrapeptase (serratiopeptidase) – dit heeft volgens de auteurs dezelfde eigenschappen en ook een slijmoplossend effect. Ook dit is nog nauwelijks onderzocht.
  • Lumbrokinase – nog een fibrine afbrekend enzym, dat blijkbaar wordt onderzocht bij long COVID.

Biologica – Enbrel en infliximab (Remicade) zijn heel effectief bij reumatoïde artritis (RA) en de vermoeidheid daardoor. RA wordt in samenhang met ME en long COVID verschillende keren genoemd in deze review. Een mogelijk verband tussen RA en ME is fascinerend. Uitputting, inspanningsintolerantie, een op hol geslagen sympathisch zenuwstelsel en vergelijkbare problemen met het verdelen van zuurstof tussen vitale organen en het bewegingsapparaat lijken bij alle drie de ziektes aanwezig. De hypothese dat ontstekingsfactoren stofwisselingsreceptoren in de spieren gevoelig maken bij RA lijkt ook mogelijk bij ME.

De auteurs verklaarden dat ze verrast waren dat deze biologica nog niet onderzocht zijn bij ME. Een klein onderzoek is gaande. De modelonderzoeken van Dr. Klimas suggereren dat eerst Enbrel moet worden gebruikt om zenuwontsteking de kop in te drukken, en daarna Mifepriston om de HPA-as te resetten en een kleine trial, lang uitgesteld door de coronapandemie, is hoopvol onderweg. Bij recente gevallen werd ontdekt dat injectie van Enbrel in het ruggenmerg leidde tot verbazingwekkende resultaten bij long-COVID-patiënten. In een positieve kanttekening vermeldden de auteurs dat, omdat er steeds meer biologische medicijnen komen die erg lijken op originele medicijnen, de kosten van deze dure medicijnen zullen dalen.

Colchicine – wordt al lang gebruikt bij verschillende ontstekingsziektes. Een van de patiënten van Dr. Montoya reageerde er heel goed op. Dr. Montoya’s ME/CFS patients 

Metformine – eerstelijns medicijn bij diabetes type 2 en al eerder gesuggereerd bij FM omdat het de werking van de mitochondriën verbetert. Er zijn veel onderzoeken Numerous studies die suggereren dat er bij FM problemen zijn met de mitochondriën en verschillende dierstudies suggereren dat metformine door het stimuleren van mitochondriale en antioxidant-activiteit pijn kan verminderen metformin may, by increasing mitochondrial; bij een studie vond men dat FM-patiënten met mitochondriale problemen ervan opknapten.

Bij FM en ME kan er sprake zijn van een verhoogd risico op diabetes. In een blog van Marco uit 2014 op Healthrising “The Energy Disorders: Diabetes, ME/CFS and FM – Can Diabetes Tell Us Anything About Chronic Fatigue Syndrome and Fibromyalgia?” schreef hij dat kleine vezel neuropathie veel voorkomt bij diabetes, dat diabetes type 2-patiënten ook last hebben van uitputting, vroege spierpijn, verminderde zuurstofopname bij inspanning, inspanningsintolerantie, problemen met de cellen in de vaatbekleding en vertraagd herstel.

Er bestaan verschillende vormen van diabetes. Kan een daarvan aanwezig zijn bij ME, FM en long COVID? Dr. Peter Attia denkt dat onze onderzoeksprocedures slecht zijn in het oppikken van een verhoogd risico op diabetes en dat dit in Amerika behoorlijk ondergediagnosticeerd is.

Fenofibraat – dit wordt meestal gebruikt om abnormale vetniveaus te behandelen, maar de auteurs stellen dat het ook tenminste een beschermende werking lijkt te hebben tegen schade door verminderde doorbloeding . Het is al gebruikt bij diabetes type 2, vermindert hoge niveaus van urinezuur en het kan ook de groei van peroxisomen (onderdeeltjes van een cel) stimuleren die nog maar net heel belangrijk blijken te zijn bij ME proliferation of the peroxisomes. Eén patiënt vermeldde dat het hem goed deed.

Ergothioneïne – een nieuw antiontstekings- en anti-oxidantmiddel, waarvan is aangetoond dat het schade door verminderde bloedtoevoer voorkomt. Het is een aminozuur dat moeilijk in pure vorm te krijgen is, maar in paddenstoelen is het ruim voorhanden.

Lactoferrine – dit bindt ijzer effectief, dus als vrij ijzer virale en bacteriële infecties triggert, kan dit helpen.

Andere, niet-farmaceutische methodes

HELP aferese – hierdoor worden bepaalde, voor de bloedvaten schadelijke, bestanddelen zoals lipoproteïnen, fibrinogeen en ontstekingsfactoren uit het bloed gehaald. Het kan ook de bloedstroom in de haarvaten verbeteren. De auteurs noteren dat dit mogelijk het beste is voor long COVID-patiënten omdat het de fibrine amyloïde microstolsels effectief verwijdert.

Hyperbare zuurstoftherapie en zuurstof nanobubbels – dit kan, door het verhogen van zuurstofniveaus, schade door verminderde doorbloeding stoppen of verminderen. Verschillende FM-onderzoeken suggereren dat en het wordt ook toegepast bij long COVID.

Conclusie

De mogelijkheid dat ongebruikelijke, moeilijk af te breken en minder goed vervormbare microstolsels de bloedstroom blokkeren en chronische schade veroorzaken door die verminderde doorbloeding (te veel vrije radicalen en ontstekingsfactoren) bij ME, FM en long COVID stimuleert de interesse in veel behandelingen die merendeels nieuw zijn voor ME en FM-patiënten. In deze blog werd een aantal besproken – bij long COVID wordt nog veel meer geprobeerd. Daarover volgt nog een blog van Cort.

Bron: Cort Johnson, Health Rising

zie ook de post op fb

Plaats een reactie